Omdat de mogelijkheid bestaat dat er nog zogenaamde ‘blindgangers’ in de grond zitten, kreeg Bodac – een specialistisch bedrijf op het gebied van explosieven opsporing – de opdracht om het hele gebied minutieus uit te kammen. Ze ‘prikten’ maar liefst 15.000 gaten, dwars door de waterdichte grondlagen heen, vaak tot op een diepte van 11 meter beneden NAP.
Aangezien de hele Haarlemmermeer gemiddeld 6 meter onder de zeespiegel ligt, zou de hele polder daardoor onder water kunnen lopen. Van Schie stond paraat om al die gaten direct daarna weer te injecteren met bentoniet, een kleisoort die meteen uitzet zodra het in aanraking komt met water. Uiteindelijk zijn er in de grond overigens geen restanten van munitie aangetroffen.