Negen dagen feest in het centrum van Assen, waaronder de beruchte ‘Nacht van Assen’. Ruim 200.000 motorliefhebbers en andere feestvierders van over de hele wereld wisten de Drentse hoofdstad te vinden. Maar waar laat je al die mensen?
Het TT Circuit Assen, ook wel bekend als ‘De kathedraal van de snelheid’, heeft een rijke geschiedenis, die teruggaat tot 1925. Het begon allemaal met een stratencircuit rond de stad Assen. Pas in 1955 werd er een permanent circuit aangelegd in de vorm die het nu nog steeds heeft: een geasfalteerde baan met een lengte van 4,5 kilometer en een breedte die varieert van 10 tot 14 meter. De naam ‘Dutch TT’ werd in 1936 officieel vastgelegd. Vanaf dat moment was het buiten Groot-Brittannië alleen nog aan Assen toegestaan om de naam TT te gebruiken, de afkorting van Tourist Trophy. Voor de Britten een heilige naam, die voor het eerst gebruikt werd voor de races op The Isle of Man. Overigens ging de eerste wedstrijd rond Assen niet over asfalt, maar over klinker- en zandwegen, een parcours tussen de driehoek Rolde-Borger-Schoonloo.
Tijdens de TT-feesten fungeerde het centrum van Assen als evenemententerrein, waar diverse activiteiten plaatsvonden, met als hoogtepunt een concert ter ere van het 50-jarig bestaan van het TT-festival. Om alle feestvierders een plek te kunnen bieden heeft Van Schie in opdracht van de gemeente Assen een enorm drijvend platform samengesteld, bestaande uit 238 koppelbare VSP770-pontons, dat perfect aansloot op de kades rondom de Kop van de Vaart. Een ‘drijvend plein’ als verlengstuk van de Markt. Hierop kon het concertpodium worden gebouwd en gingen de duizenden feestvierders uit hun dak tijdens de optredens van onder andere Marco Schuitmaker, Hendrik Jan Bökkers, Emma Heesters en de Koninklijke Militaire Kapel.
