Op Zeeburgereiland wordt momenteel een uniek stuk Amsterdam ontwikkeld: de Sluisbuurt. Een wijk met een zeer hoge bevolkingsdichtheid. Er komen maar liefst 5.500 appartementen, meest hoogbouw. Dat betekent 375 woningen per hectare. Er zal dus relatief veel afval ontstaan. Daarom is de gemeente op zoek gegaan naar een nieuwe manier van afvalinzameling, een systeem waarbij het transport niet via de weg plaatsvindt maar ondergronds.
Het heet dan ook: Ondergronds Afval Transportsysteem (OAT). Bewoners kunnen hun vuilniszakken binnen hun gebouw deponeren in een aantal inlets. Er zijn steeds vier inwerp-openingen naast elkaar: één voor restafval, één voor GFE (Groente, Fruit en Etensresten), één voor OPK (Oud Papier en Karton) en één voor PMD (Plastics, Metalen en Drinkpakken). Deze inlets, voorzien van een interne buffer, worden aangesloten op een buizenstelsel in de grond.
Ze worden om beurten afgezogen, indien nodig zelfs meerdere keren per dag. Het buizenstelsel eindigt bij een terminal, waar het afval soort-bij-soort wordt verzameld om te worden afgevoerd naar de verbrandingsovens of andere eindstations.