Het gebouw zélf stamt al uit 1663. Het was het Aalmoezeniershuis, een tehuis waarin maar liefst 2554 arme weeskinderen waren ondergebracht. Het heeft ook nog als hospitaal voor choleralijders gediend, voordat de rechterlijke macht er zich vestigde.
Het ombouwen van zo’n zeventiende-eeuws complex is een enorm karwei. Daar zijn hijskranen, graafkranen en funderingsmachines voor nodig. Altijd lastig in de oude binnenstad van Amsterdam. De bruggen en kademuren uit 1658 zijn totaal niet berekend op diepladers, mobiele kranen en betonmixers.
Dat geldt nog meer voor de smalle straatjes daar tussenin, die destijds zijn ontworpen voor paard-en-wagens en handkarren. Voordat die mogen worden afgesloten voor bouwwerkzaamheden, gaan er heel wat procedures aan vooraf. Toch moet er heel vaak geheid, geboord en gesloopt worden op veelal onbereikbare plekken.
Zo ook bij het voormalige Paleis van Justitie. Daar moest op de binnenplaats een diepe bouwput komen, met rondom stalen damwanden. De benodigde machines van Van Schie werden vanaf de Lange Leidse Dwarsstraat één voor één met een eigen mobiele kraan over het vier verdiepingen hoge gebouw gehesen, waarbij sommige machines eerst moesten worden ontmanteld voordat ze konden worden overgeheveld.