Het grondgebied van het Binnenhof werd al in 1229 gekocht door Graaf Floris IV, graaf van Holland. Vele jaren later werd het aangekochte terrein uitgebreid, toen zoon Willem II aan de macht kwam. Hij bouwde de muur om het ‘donjon’ en liet ook de gevangenpoort bouwen. Het doel van de renovatie die nu plaatsvindt, is het toekomstbestendig maken van de Eerste en Tweede Kamer. Daarnaast is het ook het behoud van 800 jaar cultureel erfgoed.
Op het Binnenhofplein wordt alle ruimte ingenomen door de bouwwerkzaamheden en de aan- en afvoer van materiaal, waardoor er voor de genoemde medewerkers van de bouw geen werkplekken meer over zijn. Zij werken daarom vanaf een drijvend ketenpark in de Hofvijver.
De plek waar dit ponton ligt, is zorgvuldig gekozen om het zicht op de kenmerkende Binnenhofgevel zo min mogelijk te verstoren. Het waterpeil in de Hofvijver draagt daar ook aan bij, want dat ligt aanzienlijk lager dan het straatniveau, waardoor de keten minder opvallen. De architecten hebben er alles aan gedaan om het ketenpark een fraaie uitstraling te geven. Zo komt er een spiegelwand rondom de hele ponton en wordt er op het dak een duinlandschap aangelegd, Den Haag is tenslotte een ‘stad aan zee’. Bovendien draagt dit mini-stukje natuur bij aan de biodiversiteit in de binnenstad. Bezoekers kunnen dit groengele dak vanaf een speciaal gebouwde uitkijktoren bekijken.
Het pontoneiland waar het ketenpark op staat, is gebouwd door Van Schie. Het bedrijf uit Mijdrecht heeft hier extra zware pontons voor ingezet, mede vanwege het stukje stadsnatuur boven op het dak. Het drijvende platform heeft een afmeting van 35 x 28 meter en is toegankelijk via een aangepaste trap en een drijvend looppad. Naast dit ketenpark heeft Van Schie nog een werkponton geleverd, gecertificeerd voor het werken met hoogwerkers. Dit ponton is ingezet voor het inspecteren van de gevel van het gebouw van de Eerste Kamer