Het wordt steeds drukker óp en rond het IJ. Amsterdam Noord is een zeer gewild stadsdeel geworden. Er gaan dagelijks 67.000 reizigers met de veerponten naar de overkant. In 2030 zullen dat er rond de 100.000 zijn. Daarom gaat het huidige afvaartpunt achter het Centraal Station volledig op de schop. Het komt iets oostelijker te liggen. Er wordt extra land aangemaakt en er komen pontfuiken bij. Het project heeft de naam gekregen: ‘De sprong over het IJ’.

Van Schie_modulaire brug_Amsterdam Centraal_2021 (6)

Eigenlijk is Amsterdam-Noord zo oud nog niet. Pas rond 1900 werden hier de eerste huizen gebouwd nadat in 1850 een groot deel van dit zompige moerasland was ingepolderd. En toen jaren later de stad Amsterdam niet meer wist waar ze met de sterk groeiende industrie naartoe moest, besloot het stadsbestuur om de grotere bedrijven en hun werknemers dan maar boven het IJ te ‘dumpen’.

En zo werd er plek gemaakt voor Shell en de motorenfabriek van Kromhout en konden de dok- en scheepswerven van de ADM en de NDSM uitgroeien tot grote internationale ondernemingen. Voor de werknemers werden huizen gebouwd, zodat ze niet meer op en neer hoefden met de pont. En zo ontstonden de tuindorpen in Amsterdam-Noord.

Extra capaciteit

Momenteel vaart de pont in een vrij ruime bocht vanaf het CS naar het IJplein in Noord. Dat moet sneller en veiliger. Daarom wordt er nu aan de De Ruijterkade Oost een nieuw aanlandingspunt gebouwd. De veerponten kunnen dan in een rechte lijn oversteken. Dat betekent een kortere vaartijd en er kunnen meer afvaarten plaatsvinden. Bovendien wordt de dienstregeling uitgebreid en komen er grotere veerponten.

Om dit allemaal mogelijk te maken moet er nieuw land worden aangewonnen. En omdat er veel vanaf het water moet worden gewerkt, is er een mooie rol weggelegd voor Van Schie. Het hele complex van kantoorcontainers en werkunits staat op een pontoneiland van het bedrijf uit Mijdrecht. Ook het heien van de damwanden (door Van ‘t Hek B.V.) gebeurt vanaf een extra zwaar ponton van Van Schie, waar met drie grote machines tegelijk wordt gewerkt.

Verder heeft Van Schie een tijdelijke fiets- en voetgangersbrug geplaatst (38m lang en 6,7m breed), naar een nieuw modulair concept. Als volgend jaar het project voltooid is, zal er vooral veel ruimte zijn voor fietsers. Het wordt ook een soort ontmoetingspunt dat tevens goed aansluit op bestaande fietsroutes.

Naco-huisje

Wat ook leuk is: het bekende Naco-huisje komt weer terug! Het houten gebouwtje op betonnen palen stond 85 jaar achter het CS op pier 7. Het was van de Noordhollandsche AutoCar Onderneming, de busmaatschappij. Want ook de bus ging vroeger op de pont. Verder kon je bij het huisje kaartjes kopen voor de boot naar Marken en Lemmer.

Dit originele huisje is in 2004 verscheept naar Zaandam en daar opgeslagen. Het wordt nu gerestaureerd en komt weer terug naar Amsterdam. Interessant aan het hele verhaal is dat de overtocht naar Noord ooit is begonnen met particuliere roeibootjes, met nieuwsgierigen die naar het Galgenveld gingen kijken.

Anno 2021 varen er om de tien minuten moderne veerboten naar de overkant, met dagelijks 67.000 reizigers, die allemaal ‘de sprong over het IJ’ maken.

Het Siberië van Amsterdam

Ooit was Amsterdam-Noord een drassig schiereiland dat voortdurend onder water liep. Het enige hooggelegen stukje land was Volewijck. Het stadsbestuur had er het Galgenveld gevestigd. Misdadigers werden daar boven de galgenput gehangen, de gewurgden hingen aan een paal en de geradbraakten waren op een rad geplaatst en gevierendeeld. De tentoongestelde lijken waren overgeleverd aan weer, wind en hongerige vogels. De rottende lichamen moesten de mensen afschrikken.

Deze galgenheuvel was goed zichtbaar vanuit de stad en ook vanaf de schepen die Amsterdam binnenvoeren. Zo wist iedereen dat je in deze stad geen grappen moest uithalen. De overtocht naar deze plek werd voor de bevolking een leuk uitje; op zondagen liet men zich er graag naartoe roeien om naar de gehangenen te kijken. Hele gezinnen, met kinderen en al. Want die moesten tenslotte niet ‘voor galg en rad’ opgroeien.

Met de komst van de Fransen in 1795 werd het galgenveld opgedoekt. Zij vonden het onmenselijk. Maar zélf kwamen ze aanzetten met de guillotine! De bootjes waarmee men tegen betaling naar Noord ging waren in feite de voorlopers van de veerpont. In 1860 ging er voor het eerst een particulier stoomveer naar de overkant. En in 1897 kwam de exploitatie in handen van de Gemeente Amsterdam.

Noord werd een stadsdeel met een bijzondere opbouw. Tussen de industrie en de scheepswerven ontstonden de tuindorpen: Floradorp, Van der Pekbuurt, Disteldorp, Vogelenbuurt. Waardering voor dit stadsdeel was lange tijd ver te zoeken. Dat kwam vooral door Asterdorp, een communie, bestemd voor asocialen die het zelfs in de Jordaan te bont maakten. Een soort ‘woonschool’ waar men werd opgeleid tot ‘nette burgers’.

In de volksmond heette het vaak ‘Noord-gestoord’ en ‘Het Siberië van Amsterdam’. Als je een ‘overkanter’ was, werd je vaak met de nek aangekeken en kon je nauwelijks aan werk komen. Tegenwoordig zijn de rollen compleet omgedraaid. Asterdorp bestaat niet meer en het wonen in Noord is nu populairder dan ooit.

Op de hoogte blijven?

Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief