Om de klimaatdoelstellingen te halen worden extra windparken gebouwd op zee, ver van de kust. De verbindingen, de kabels, komen aan land op de Maasvlakte. Dat zijn kabels met 525 kV gelijkstroom, die in het converteerstation worden omgezet naar 380 kV wisselstroom. Via een ondergrondse verbinding worden ze naar het nieuwe hoogspanningsstation Amaliahaven gelegd. Daar worden ze op het landelijk netwerk aangesloten.
Bij het bouwrijp maken van het enorme terrein en het aanleggen van de infrastructuur, was – in opdracht van Spie Nederland B.V. voor Tennet – een grote rol weggelegd voor Van Schie. Een werk met een grote complexiteit en een strakke planning. Te beginnen met het aanleggen van asfaltwegen, rijplatenbanen en opslagterreinen. Totaal zo’n negen hectare, waarvan twee hectare asfalt. Daarna volgde de enorme klus van het aanleggen van 27 kilometer mantelbuis en 2.700 meter riool. Daarvoor is maar liefst 180.000 m3 aan grond verzet, verdicht en voor een deel verbeterd.
Op de locatie waar het nieuwe hoogspanningsstation wordt gebouwd is niet alleen grondverbetering uitgevoerd, maar zijn ook damwanden aangebracht om twee grote bouwkuipen van 4,5 meter diep te realiseren. Ook is er een 275 meter lange keerwand gebouwd om het hoogteverschil met het naastgelegen terrein te overbruggen.
En niet onbelangrijk: bij de aanpak van het hele project is uitgebreid rekening gehouden met de aanwezigheid van beschermde diersoorten. Maar de grootste uitdaging bij dit complexe werk zat ‘m in de strakke planning, die ervoor moest zorgen dat op tijd gestart kon worden met de bouw van het station en de bijbehorende installaties. Ook die deadline is gehaald.
Backfillzand
De hoofdtaak voor Van Schie bestond in feite uit het uitvoeren van het complete grondwerk: het graven, het aanvullen en verdichten met backfillzand, plus het aanleveren en aanbrengen van de mantelbuizen (inclusief het laswerk). En dat over een totale lengte van maar liefst 27 kilometer! De dikke buizen zijn voor de stroomkabels; de dunnere buizen voor de datakabels. Voor deze laatste zijn 40 zogenaamde ‘trekputten’ geplaatst.
De grond waarin alle leidingen liggen is van een speciale samenstelling. De mantelbuizen liggen rondom in zogenaamd backfillzand, als een afgesloten pakket, gewikkeld in scheidingsdoek. Deze speciale zandsoort kan goed vocht vasthouden. Het zorgt ervoor dat de grond niet uitdroogt en de leidingen niet oververhit raken. Het is enigszins rood van kleur en is afkomstig uit een speciale mijn in Duitsland. Door toepassing van dit zand wordt de warmteafdracht van de kabels verbeterd en is meestal ook een hogere kabelbelasting mogelijk.