In 1826 werd de laatste bever in Nederland gedood. Pas in 1988 werden weer de eerste paartjes uitgezet, in de Biesbosch. Inmiddels zwemmen er zo’n 8.500 bevers rond in ons land. Ook in Simonshaven, een dorpje van slechts 650 inwoners, waar de bevers inmiddels een plaag zijn geworden. Het water rond het dorp staat in open verbinding met het Haringvliet en indirect met de Biesbosch.
Eén van de bewoners zakte tijdens een wandeling anderhalve meter weg in de dijk. Het bleek het hol van een beverfamilie te zijn. Bevers graven hun gangen altijd van onderuit de waterlijn. Die gangen zijn soms meer dan 10 meter lang, met kamers zo groot dat er een volwassen mens in past. Van daaruit maken ze kleinere gangen naar boven, tot vlak onder het gras, voor de nodige zuurstof.
Om te voorkomen dat het hele dorp natte voeten zou krijgen, moest er in allerijl een damwand in de rivier worden gezet en een plan worden gemaakt om de bevers te weren. Minekus – de plaatselijke aannemer – bedacht een constructie om matten van ‘bevergaas’ in de oevers van de Bernisse te drukken, vanaf een ponton.
Dat gaas is nu in de boezemkade geplaatst, bijna een kilometer lang en 2,5 meter diep. Van Schie leverde hiervoor een drijvend werkplatform, bestaande uit koppelbare VSP1250 pontons met een groot draagvermogen. Bij dit project is ook aan het milieu gedacht. Aangezien de bever een beschermde diersoort is, is er dier- en milieuvriendelijk gaas gebruikt.