Neeltje Jans was geen levend persoon. De zandplaat kreeg die naam nadat een schip met de naam Neeltje Jans hier was gezonken, tussen Schouwen en Noord-Beveland, halverwege de huidige Oosterscheldekering. De voormalige zandplaat is nu uitgegroeid tot een 285 hectare groot werkeiland, een locatie die uitermate geschikt is voor grote windparken die groene energie opwekken. Op en rond Neeltje Jans worden nog steeds windturbines bijgebouwd.

Voorboren onder een helling

Omdat het eiland grenst aan een Natura 2000-gebied, met allerlei soorten broedvogels, mogen windturbines niet in lijn worden geplaatst zoals in de Flevopolder, maar slechts in groepen van vier of vijf. Ook zou een lijnopstelling de radartoren voor de scheepvaart kunnen storen. Het gevolg is dat de windmolens nu op lastige plekken gefundeerd moeten worden, bijvoorbeeld op een strekdam of in het water.

 

Specialisatie

Dat vereist een zeer specifieke fundatie, waarvoor specialistische machines moeten worden ingezet. Voor dit bewuste werk moest een boorkraan worden ingezet die onder een schoorstand, een helling, van 14 graden moet kunnen boren. Naar voren en naar achteren. En die heeft Van Schie. De betonnen windmolenfundaties op Neeltje Jans hebben een diameter van maar liefst 20 meter. Daarvoor moeten 32 gaten worden geboord: 16 gaten recht de grond in en 16 schuin. En dat tot op een gemiddelde diepte van 8 meter.

Luchtfoto: Sky Pictures/Izak van Maldegem

Want to stay informed?

Sign up for our newsletter