De vooroorlogse boerderij is gefundeerd op houten palen. Als die droog komen te staan, dan gaat het hout rotten, met alle gevolgen van dien. In elke polder in Nederland wordt het waterpeil kunstmatig geregeld. Het Waterschap zit daarbij altijd met een dilemma. In een agrarisch gebied mag het peil niet te hoog zijn, maar bij oude huizen weer niet te laag. Wat voor de melkveehouderij goed is, is weer slecht voor een natuurgebied. En ook hier speelt – net als overal in Nederland – de bodemdaling mee.
De oplossing bij de Hollandse kade is als volgt: de watergang die langs de boerderij loopt wordt verlegd. Het grondstuk van de boer wordt afgedamd en krijgt een eigen ‘waterpeil’. Dat peil komt straks zo’n 40 cm hoger te liggen dan de omringende polders. Van Schie moet hiervoor heel wat grond verzetten, nieuwe watergangen graven, overal beschoeiingen zetten en dammen en duikers plaatsen. Voor de fi etsers wordt een betonnen brug gemaakt. Op de foto is te zien hoe de landhoofden hiervoor worden geplaatst. Voor de bereikbaarheid en om te kunnen werken in deze polder, waren de nodige vrachten rijplaten en schotten nodig. Opdrachtgever was het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.