Alles werkt tegenwoordig via internet, via servers. Of het nu gaat om je computer, mobieltje of TV. Zelfs het elektronisch speelgoed van kinderen staat soms in verbinding met een server. Al die servers staan binnen de muren van een datacenter. Ze leveren diensten zoals de cloud, mobiele app’s en hosting. In Nederland staat één van de grootste concentraties van datacenters ter wereld. Van de honderd datacenters in ons land staan er zo’n zeventig in en rond Amsterdam.
Dat is geen toeval! Niet alles wat met internet te maken heeft gaat ‘door de lucht’. Vanuit Amerika loopt een enorme kabel over de bodem van de Atlantische Oceaan. Die komt bij Amsterdam aan land. Alle internationale datacenters zijn hierop aangesloten. En die willen bij voorkeur dicht bij ‘de bron’ zitten. Nederland is ook nog eens een politiek stabiel land waar bedrijven zich graag vestigen. Bovendien beschikt Noord-Holland over een zeer stabiele en betrouwbare netspanning. En niet onbelangrijk: ons klimaat is ideaal voor datacenters. Niet te koud, niet te warm. Tijdens de vele miljoenen data-transacties per seconde (!) komt er enorm veel warmte vrij. Dat moet weer gekoeld worden door airco’s en koeltorens tot zo’n 28 graden Celsius gemiddeld. Continu. Het hele jaar door.
Alles wat online gebeurt, begint in een datacenter. Anders gezegd: het internet voor heel Europa begint in ons land. Wij zijn een doorgeefluik voor de hele Europese Unie. Een mailtje dat vanuit Italië naar Amerika wordt gestuurd gaat via Nederland. En omgekeerd. Klanten van onze datacenters zijn bijvoorbeeld Google, Facebook, Defensie en de Rijksoverheid. Zij willen er zeker van zijn dat hun gevoelige informatie optimaal beschermd is. Daarom is een datacenter extreem goed beveiligd met een omheining, camera’s, detectiepoortjes, ingenieuze brandblussystemen, etc. Alles meervoudig uitgevoerd. En iedereen die er werkt, ook de mensen van Van Schie, moet zorgvuldig worden gescreend.